Het verheugt mij, mijnheer de rector, dat u de academische beginselen verdedigt: de vrijheid van denken en de vrijheid van meningsuiting. Beide beginselen vormen trouwens ook de steunpilaren van een democratische politiek. U ziet die vrijheden bedreigd door de social media en twitter: doordat die elke nuancering missen, drijven ze polarisering op de spits, en verhinderen ze de uitwisseling van gedachten en opinies. Ik ben het helemaal met u eens.
Toch raadt u academici niet aan om de social media te mijden en het twitteren op te geven. Integendeel, u acht zo iets onmogelijk. U pleit voor een voorzichtig en doordacht gebruik van twitter en u acht het mogelijk om in het debat op twitter meer nuance aan te brengen. Hier ben ik een heel andere mening toegedaan.
Een genuanceerd debat op twitter is onmogelijk. Twitter is het domein van de oneliners, en in tegenstelling tot wat vaak geloofd wordt, maken oneliners niet het hoogtepunt van de discussiecultuur uit, maar zijn ze er de doodgravers van. Nadenken, discussiëren en een weloverwogen mening verwoorden vergen tijd, een lange adem, een volgehouden aandacht. Twitter is vluchtig, kortademig, nerveus, verstrooid.
Wie traint voor de marathon, doet dat niet door sprintjes van 100 meter te trekken.
Ik wens u het beste met onze alma mater.
Prachtig… enkel omarmen van diversiteit (van waarheden) verbindt ons als mensen. Dank!
Jaren geleden zei Toon Hermans over onze haastmaatschappij: “We leven in het tijdperk van Vrouw Holle”. Later zong Herman van Veen “Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast.”.
Deze haastje-repje-cultuur keert niet ten goede, maar zij accelereert eerder. In die zin passen Twitter en WhatsApp helemaal bij deze tijd. Maar suggereren dat haast en nadenken verenigbaar zijn, is inderdaad van de zotte.
Om na te denken, te filosoferen, moet je jezelf – jouw “tijd maal aandacht enzovoorts” – niet door dit tijdsgewricht laten afpakken, maar verdedigen als een leeuwin haar welpjes.