Op 11 november overvalt mij elk jaar opnieuw de treurnis dat de beloofde vrede uitblijft. Ik vraag mij af of onze manier van herdenken zelf daar schuld aan heeft. Misschien is ons herdenken te triomfalistisch, waarbij we vergeten dat wereldoorlogen geen overwinnaars kennen, maar alleen een verwoeste wereld achterlaten – een wereld die de zogenaamde overwinnaars meesleurt in de nederlaag en de catastrofe.
Here was the world’s worst wound.
Schreef de Engelse dichter Siegfried Sassoon, toen hij door de na de Eerste Wereldoorlog opgerichte Menenpoort in Ieper liep. Hij verafschuwde het monument omdat hij het aanzag als een verheerlijking van de oorlogsgruwel. Their name liveth for ever vond hij een beschamende en arrogante uitspraak die miskent dat duizenden jonge mannen in een roemloze afslachting geofferd en als naamloos kanonnenvlees verslonden zijn.
Wat doen we als we op 11 november de wapenstilstand vieren? Zorgen we voor ‘Nooit meer oorlog’ door de oorlog te gedenken? Hoe ontsnappen we aan de paradox van de herinnering: we staan in de herinnering stil bij het verleden en koesteren daarbij de hoop dat de schanddaden uit het verleden niet herhaald worden? Hoe kan herinnering herhaling tegengaan? Hoe voorkomen we dat the world’s worst wound blijft etteren?