Langs een smal aarden pad bereiken we de tuin van Helena: buk en pluk bloemen en bessen, de snoeischaar ligt klaar, betalen kan via een QR-code. De tuin neemt een stuk van de vallei in aan de rand van het Chartreuzenbos. A wandelt de bloemenwei in en plukt een ruiker: dahlia’s, zinnia’s en heerlijk geurende reukerwten. Ik ga zitten aan de houten tafel met sierlijke poten van metaal, waarop een vaas met herfstbloemen rust uitstraalt. Er is een glijbaan voor de allerkleinsten, de opstap is gemaakt van balen stro. En aan de zwaar neerbuigende takken van de diepgegroefde acacia’s hangen een schommel en hangmatten. Hier kom je om te verpozen, om in alle seizoenen te proeven van de natuur. En ik weet weer waarom de eerste woonplaats van de mensen aangeduid wordt als het paradijs – met een woord ontleend aan het oud-Perzisch dat de betekenis heeft van ‘omheind park’.