Vorig weekend is Remus, onze eenjarige kleinzoon, komen logeren. Hij zit in die wonderlijke fase waarbij hij eigenlijk nog geen woord zegt, maar veel begrijpt. ‘Wil je iets drinken?’, ‘Eerst je boterhammetje opeten en dan gaan we naar Tiktak kijken’, ‘Gaan we eens naar buiten? Eerst je schoentjes aandoen’… De vragen en suggesties worden beaamd met een glimlach of een knorretje of een uitgestoken hand dan wel afgekeurd met een nee schuddend hoofd of een kreet van ontgoocheling of een wegwerpgebaar.
Twee keer worden wij geboren. De eerste keer wordt ons het leven geschonken, de tweede keer treden we toe tot de taal en de wereld. De eerste keer wordt de navelstreng doorgeknipt, de tweede keer wordt een streng geregen – een verbinding met woorden en mensen. Die tweede geboorte is aan de gang. A en ik zijn nu en dan de verloskundigen van dienst.