ZWANEN

Het sprookje ‘Het lelijke eendje’, spreekt mensen aan, omdat de symboliek ervan zo duidelijk is. Zoals het lelijke eendje zich ontpopt tot een sierlijke zwaan, zo kan wat moeizaam begint, toch een schitterend einde beleven. Sommigen beweren dat het sprookje op een verdoken manier het leven van de auteur zelf vertelt: Hans Christian Andersen kende een armoedige jeugd, werd als jongeling gepest, en groeide uit tot een heel geliefd schrijver en één van de beroemdste inwoners van Denemarken.

Het sprookje fascineert ook, omdat het niet louter verzonnen is, maar door observaties uit de werkelijkheid onderbouwd. Eendkuikens zijn kwieker en schattiger dan zwaankuikens, die met hun grauwe donsveren ietwat treurig ogen en eerder onhandig lijken.

Elk voorjaar hou ik ze in de gaten – op de vijvers van de Parkabdij. De zwanen zitten met hun prachtig gewaad op de ruime nesten, verstopt tussen het riet. Vaak met hun kop rustend op hun stralend witte rug. Na weken komen de kuikens uit het ei, als verhaspelde propjes dons.

Mijn wachten vangt aan. Maar er is geen zaliger wachten dan wachten met de zekerheid op een goede afloop, wanneer de pluizen vergissing eens te meer metamorfoseert tot het sneeuwwitte wonder dat in weergaloze gratie over het water glijdt.

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.