Wees niet bevreesd wanneer de vlagen gaan
rondom uw huis – het is uw aards verblijf.
Wees niet bevreesd als ziekte u komt slaan –
uw lichaam was altijd een aards verblijf.
Zonder bekommernis laat u ontgaan
roem, eer en staat; zij zijn een aards bedrijf.
Maar wees bevreesd wanneer de tranen gaan,
de bevende, om wat is aangedaan
door u.
De liefde is uw eeuwige verblijf.
Ida Gerhardt, Verzamelde gedichten. Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2001, p. 389.