Om hun veertigjarig huwelijk te vieren hebben ze generatiegenoten uitgenodigd, studiemakkers die elkaar in de loop der jaren niet uit het oog verloren zijn. Ze studeerden in de jaren zeventig, in de nagalm van mei ’68, dwepend met the summer of love, experimenterend met roesmiddelen en een nieuwe seksuele moraal, make love. Allemaal hebben ze gewicht bijgekregen, en grijze haren, en minder soepele ledematen. Ze dansen – Nick Cave Into my Arms, Bruce Springsteen Dancing in the Dark.
Sommigen hebben intussen kleinkinderen en beklemtonen de immense vreugde van het grootouderschap. En dat die vreugde vaak een compensatie vormt voor de wat meer gespannen verhouding met de kinderen. Die blijft vreemd genoeg vaak moeilijk. ‘Wat kun je doen’, zucht ze, lichtelijk tipsy na het glas te veel, ‘in liefde steekt zo veel verdriet.’
Niets heeft ons daarop voorbereid.
Where there is love, there is pain.