Op 2 november, op de dag van Allerzielen, bezoek ik gewoonlijk het graf van mijn moeder. Volgens haar wens is ze op het kerkhof van haar geboortedorp begraven. Het is een klein, door weiden omzoomd kerkhof, met aan de ingang een kortgestuikte eik en achteraan, aan de uiterste grens, weg van de straat, een rij immer ruisende populieren. Zo een plaats duidt het Duits aan met het innig mooie woord Friedhof. De rechtop staande zerk van mijn moeders graf bestaat uit een ruwe, granieten blok – een teken ter ere van haar standvastigheid. Op de grond ligt geen plaat, maar een bak met azalea’s, pioenrozen, vergeet-mij-nietjes of dahlia’s – een herinnering aan haar liefde voor parken en tuinen. De zerk vermeldt ook de naam van mijn vader, hoewel hij er niet begraven ligt.
Lucie Pennewaert
1914-1999
Prosper De Schutter
1911-1970
Mijn zus en ik vonden het passend om ze zoveel jaar na de dood van mijn vader opnieuw te verenigen. Althans hun namen in schrift. Zoals in het gedicht van Luuk Gruwez:
Uw namen die weer samen staan,
als in de dood opnieuw verliefd:
nooit leek u zozeer ingelijfd
bij alles wat er vroeger was.
Nooit leek u zozeer niet vergeten,
uw laatste zoen in steen gegrift,
alsof men nooit meer kwijt kan raken
wat men voorgoed verloren heeft.
Daar sta ik, niet wetend wat gezegd of gevraagd, als bij een eerste ontmoeting met nieuwe buren. Bedremmeld buk ik me om enkele gevallen bladeren te verwijderen. Dan begrijp ik dat de tijd van vragen voorbij is, dat iets vertellen niet meer hoeft. Nu is de tijd om dank te zeggen: “Vrede zij met u”.
Ontroerend …
Ik dacht hierbij aan het mooie lied van Michel sardou, “La fille aux yeux clairs” – de zoon die zich zijn moeder als jong meisje inbeeldt …:
Je n’imaginais pas les cheveux de ma mère
Autrement que gris-blanc
Avant d’avoir connu cette fille aux yeux clairs
Qu’elle était à vingt ans
Je n’aurais jamais cru que ma mère ait su faire un enfant
Si je n’avais pas vu cette blonde aux yeux clairs
Cette fille aux seins blancs
Et j’avais oublié qu’avant d’être ma mère
Elle avait mis trente ans
Et qu’elle s’était donnée et qu’elle avait souffert
Sous le joug d’un amant
Je n’aurais jamais cru que ma mère ait pu faire l’amour
Si je n’avais pas vu cette blonde aux yeux clairs
Cette fille aux seins lourds
Je n’imaginais pas que ma mère soit encore
Si jolie, en gris-blanc
Pour les yeux de celui qui caressait son corps
Qui l’aimait à présent
Je n’aurais jamais cru que ma mère ait su faire un enfant
Si je n’avais pas vu cette blonde aux yeux clairs
Cette fille aux seins blancs
Si je n’avais pas vu cette blonde aux yeux clairs
Cette fille aux seins blancs
Si je n’avais pas vu cette fille aux yeux clairs
Qu’elle était à vingt ans
(je kan het beluisteren op YouTube: https://www.youtube.com/watch?v=j_FrvKxm-K0)