EEN VALSE NAAM

Dat een schrijver gebruik maakte van een pseudoniem, kom je vaak pas te weten op het moment dat hij (of zij) sterft. Zo ook met Aster Berkhof, die in de burgerlijke stand geregistreerd staat als Louis Van den Bergh. Eigenlijk had ik het kunnen vermoeden: de naam ‘Aster Berkhof’ is te mooi om waar te zijn. Hij is geplukt uit de tuin van zijn ouders, waar asters bloeiden in de schaduw van berkenbomen. Wat is schrijven tenzij het nabije en voor de hand liggende oplichten met de magie van taal, het alledaagse en vanzelfsprekende verzinnen?

TIJDSGEWRICHT

Meestal wordt de tijd voorgesteld als een enkelvoudige, continue lijn, maar het  Nederlandse woord ‘tijdsgewricht’ geeft iets anders te kennen. In een gewricht komen twee beenderen samen, en wel zo dat die beenderen ten opzichte van elkaar kunnen draaien. Het woord ‘tijdsgewricht’ suggereert dus dat de tijd niet bestaat als een opeenvolging van identieke deeltjes, maar als de verbinding van verschillende stukken – een verbinding die de stukken niet aan elkaar last, maar ze de vrijheid geeft om ten opzichte van elkaar te bewegen.

Een gewricht moet een soepele verbinding tot stand brengen. Te stroef en het loopt vast, te los en het valt uiteen. In Hamlet van William Shakespeare staat de fameuze uitspraak: ‘The time is out of joint’. De tijd is uit zijn voegen, de tijd heeft zich verstuikt, de tijd is ontwricht. En Hamlet vervloekt zijn lot, omdat hij zich verplicht voelt de ziekte van de tijd te genezen, de breuk te herstellen en wat uit zijn voegen is, te helen.

We zijn vertrouwd met die andere ervaring uit Hamlet: ‘Something is rotten in the state’. Maar wie staat recht en gaat de uitdaging aan? Wie zal onze ontwrichte tijd spalken?

GOAT

Ik vind het niet meer dan terecht dat Donald Trump genomineerd is voor de Nobelprijs voor de vrede.

Waarop wordt overigens gewacht om hem te nomineren voor de Nobelprijs voor geneeskunde? Is men onder zijn leiderschap niet op weg om een vaccin tegen covid-19 te ontwikkelen en in oktober op de markt te brengen, nadat hij in een heel vroeg stadium al experimenteerde met injecties van bleekmiddel en uv-bestraling? En zal hij niet precies weten wie in aanmerking komt voor een behandeling?

Ik zou hem trouwens ook nomineren voor de Nobelprijs literatuur. In The Beautiful Poetry of Donald Trump heeft Rob Sears zijn ongeëvenaarde poëtische uitlatingen gepubliceerd.

Zijn haiku’s bijvoorbeeld. Over John McCain:

Graduated last

Doesn’t know how to win

Not a war hero

Of over Barack Obama:

Is not who you think

The worst ever president

Founder of ISIS

(Tel ze maar, de lettergrepen!)

Of de volgende elegische klacht.

People are constantly attacking my hair

I think it’s very unfair

Obama said he never met his uncle, Oscar

Imagine if I made that statement it would be the electric chair

Mount Rushmore is wel het minste dat ze voor hem kunnen doen!

DE ACROBAAT

Le musée Rolin in Autun heeft enkele zalen met voorwerpen uit de Gallo-Romeinse tijd. Tussen de amforen en mozaïeken staat een vitrinekast met kleine figuurtjes, minder dan tien centimeter groot. Een ervan trekt mijn aandacht: een beeldje in koper, door de catalogus ‘De acrobaat’ genoemd. Het stelt een man voor die op zijn handen staat, de benen mooi naast elkaar omhoog, als een volleerd gymnast. Hij is niet naakt, maar draagt een korte broek; zijn gezicht dat mij aankijkt, is zichtbaar getekend door de inspanning, want het vertoont een grimmige trek. Volgens de catalogus fungeerde het figuurtje oorspronkelijk als voet: als steunpunt voor een kleine schrijn of een kandelaar.

In dat figuurtje ligt de hele menselijke beschaving samengevat. Dat doen wij: van nutsdingen maken wij een kunstwerkje. Een deur die twee kamers scheidt, wordt beschilderd met bloemen en vogels; het handvat van een snijmes is versierd met een jachttafereel; een tafelpoot wordt een acrobaat. Altijd opnieuw wordt de dwang van het noodzakelijke doorbroken.

Sapiens: zo luidt onze definitie – wijs, intelligent, denkend, weetgierig. Maar worden al deze activiteiten niet gevoed door het verlangen om wat alleen maar nuttig is te transformeren? Door de lust om te spelen? Er is geen sapiens zonder ludens.

STRALEND

Vandaag staan in De Standaard foto’s van mensen die elkaar na de lange spertijd voor het eerst opnieuw omhelzen: een moeder met haar zoon, twee zussen, een vader en zijn zwangere dochter. Maar de meest ontroerende foto toont twee negenjarige meisjes die al sinds hun kleutertijd beste vriendinnen zijn. Feitelijk zie je maar één gezicht, het andere is verstopt in de omhelzing: een gezicht van een meisje met lichtbolle wangen, een fijne neus, lange blonde haren, een lieve glimlach en de ogen dicht. De diepe gelukzaligheid die het gezicht uitstraalt, zou je een kind niet toedichten. Aan de hand die ze op de rug van haar vriendinnetje legt, zie je dat ze erg jong is. Stralend – anders kun je haar gezicht niet noemen: het straalt een (leef)tijdloze schoonheid uit, zoals de vrouwengezichten van Leonardo da Vinci. Soms wil ik het geloven: dat liefde mooi maakt.

VADERDAG

Soms kom ik ertoe om ja en amen te zeggen tegen het leven, ainsi soit-il. Gisteren bijvoorbeeld, na het bezoek van de kinderen, de eigen twee, en de andere twee, en de schoon-. Het was een gezellig weerzien na de voorbije spertijd: hoe ze in de tuin bij elkaar gingen zitten, hoe ze naar elkaar luisterden, naar de uitleg over de op handen zijnde bevalling (met doula?), over de verbouwing en de zoektocht naar een huis, over duurzaam en eenvoudig leven, over boeken en dat de meeste mensen deugen, over stijl en tijd. Tussendoor grapjes en plagerijen en ‘mm… ijs met aardbeien!’ Vader ben ik op deze dag – vader aan de zijde van A.

Amen, het zij zo! Laat dit het zijn.

Dank u. Ja. Dank u (God – misschien?).

EN DE KAT KWAM WEER

Beste meneer Vandenbosch,

We need to talk about Lee. Stop it.

Ik zeg u dit in alle sympathie, want ik heb altijd geloofd dat GAIA een belangrijk maatschappelijk probleem aankaartte. Er is onnoemelijk veel dierenleed in de wereld: in de gigantische beef farms, in de slachthuizen, in de dierenlaboratoria. De stompzinnige gruwel ervan is intussen omstandig gedocumenteerd. U kent ongetwijfeld ook de film Food, Inc van Robert Kenner of het boek Dieren eten van Jonathan Safran Foer.

Maar wat het katje Lee overkomt, heeft absoluut niets met mondiale dierenmishandeling te maken. Hoe u de gerechtelijke uitspraak dat het katje in leven mocht blijven gevierd hebt, daar heb ik maar één woord voor: belachelijk. Uw jarenlange inzet voor GAIA wordt hier in diskrediet gebracht. De zogenaamde zorg voor dit diertje wordt enkel ingegeven door kinderachtige sentimentaliteit. Het katje is in handen van mensen die zichzelf een goed geweten willen aanpraten. Weet u, au fond zijn zulke mensen gevaarlijk.

Twee dingen moeten mij nog van het hart.

Problemen moeten structureel aangepakt worden. Wie ze herleidt tot de psychologie van het medelijden, mismeestert ze.

We moeten leren de dingen in verhouding zien en een gepast oordeel vellen. De zaak rond het katje Lee was in alle opzichten buitenproportioneel.

Groet

SST

‘Muisstil’ duidt het ontbreken van geluid aan, ‘windstil’ het ontbreken van beweging. Muisstil is het wanneer je het trippelen van een muis zou horen of het vallen van een speld, windstil is het wanneer geen blaadje zich roert, geen grasspriet beweegt. Maar geen van beide woorden zegt iets over hoe die stilte waargenomen wordt. Wordt ze ervaren als dreigend of unheimlich, slaat ze met verstomming, verlamt ze, zaait ze paniek? Of wordt die stilte ervaren als rustgevend, als troostend en kalmerend? Blijf je een buitenstaander, een vreemde die enkel registreert? Of word je verwelkomd als een gast, opgenomen als een vriend? Dan kun je toetreden tot de stilte en valt ze je ten deel als een geschenk. Dan ervaar je de sereniteit van een wederzijdse overeenkomst: hoe de buitenwereld en je gemoed elkaar woordeloos groeten.

WO II

In de eerste dagen van mei 1945 eindigde in Europa de Tweede Wereldoorlog. België herdenkt dit niet.

In 1986, kort voor zijn dood, schreef Primo Levi, overlevende van Auschwitz:

De hele geschiedenis van het kortstondige ‘Duizendjarige Rijk’ kan gelezen worden als een oorlog tegen het geheugen, een vervalsing van het geheugen, een vervalsing en ontkenning van de werkelijkheid, tot en met de uiteindelijke vlucht uit diezelfde werkelijkheid. Alle biografieën van Hitler stemmen op één punt overeen: zijn laatste jaren, vooral vanaf de eerste Russische winter, werden getekend door een vlucht uit de werkelijkheid. Hij had zijn onderdanen de toegang tot de waarheid verboden en ontzegd en daarmee hun moreel besef en hun geheugen aangetast, maar had al doende hoe langer hoe meer, tot de uiteindelijke paranoia van de Bunker, de weg naar de waarheid ook voor zichzelf versperd. Zijn val is niet alleen een verlossing voor de mensheid geweest, maar ook een voorbeeld van de prijs die men betaalt wanneer men de waarheid geweld aandoet.

(Uit I sommersi e i salvati / De verdronkenen en de geredden)

Zijn er geen redenen te over om te gedenken dat Hitler verslagen is met de overweldigende steun van Stalin, dat nazi-Duitsland verslagen is in een oorlog die beide partijen heeft verleid tot nooit geziene oorlogsmisdaden, dat zogenaamde beschavingen dus in staat zijn tot het allerergste…?

Wat liefde niet doet

In de schokkende nasleep van de aanslagen in Brussel nemen mensen allerlei initiatieven. Mensen komen samen, bijvoorbeeld op het Beursplein in Brussel, om te rouwen. Mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, blanken en zwarten, moslims en joden, ongelovigen en christenen, moslima’s met hoofddoek en zonder hoofddoek zijn verenigd, ze branden kaarsen, ze maken tekeningen, soms met stoepkrijt, ze zingen of zitten gewoon in stilte samen, sommigen bidden. Deze initiatieven hebben ongetwijfeld iets heilzaams.
De media spelen daarop in, tv-ploegen – en die zijn massaal aanwezig, TV1 uit Oezbekistan incluis – vragen mensen om een commentaar. Dan valt op hoe sentimenteel en vooral hoe weinig politiek die reacties zijn. ‘We willen dat de liefde zegeviert’, ‘Als we nu eens stoppen met elkaar te haten’, ‘Eigenlijk zijn we één grote familie’ – hoe goedbedoeld ook, deze reacties hebben politiek geen enkele betekenis.
Hoe zuur dit ook mag klinken, hetzelfde geldt voor de zich epidemisch verspreidende één minuut stilte. Het spreekt vanzelf dat dit geen enkel praktisch nut heeft, maar zelfs symbolisch stelt het niets voor. Een stofje in het oog van een maatschappij die niet meer weet wat huilen en verliezen is. En uiteraard moet die minuut stilte van de voetbalploeg, van de ziekenhuismedewerkers, van de laatstejaars… op Facebook gezet worden.
Dit is een politieke crisis, en een politieke crisis vraagt om een politiek antwoord. Ook in de zogenaamde vluchtelingencrisis ligt onze hoop niet bij een overwinning van de liefde. Hoe kan liefde zegevieren, als één miljoen mensen in het geding zijn? Hoe kun je één miljoen mensen graag zien? Hoe kun je mensen liefhebben die je niet eens kent? De organisatie van de samenleving moet je niet toevertrouwen aan de liefde, maar aan een rechtvaardige politiek van vrijheid en gelijkheid. Niet op de liefde of op het medelijden moeten we hopen, maar op een overwinning van bijvoorbeeld de mensenrechten. Artikel 14 verklaart: ‘Een ieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en van asiel te genieten tegen vervolging.’
Vluchtelingen ontbreekt het niet noodzakelijk aan liefde. Ze zijn hun rechten kwijt, omdat ze tot geen enkele politieke gemeenschap meer behoren. Het noodlottige van hun toestand is niet dat ze niet gelijk zijn voor de wet, maar dat voor hen geen wet bestaat. Met de woorden van Hannah Arendt, die als geen ander de vluchtelingencrisis na de Eerste en na de Tweede Wereldoorlog heeft beschreven: ‘Er bestaat een recht op het hebben van rechten.’
Mensen zonder rechten, mensen die in de rechteloosheid terechtgekomen zijn, lopen het gevaar hun mens-zijn te verliezen. Ze zijn veranderd in naakte lichamen – en in tegenstelling tot wat men zou verwachten, roepen die geen mededogen op, maar weerzin. Die naakte lichamen treffen we aan, in de hedendaagse kampen, van Calais tot Idomeni. Liefde zal daar weinig aan veranderen.