Nationalisme zou kunnen bestaan uit een fierheid over de eigen regio, de eigen taal en cultuur, de eigen geschiedenis. Vlaams nationalisme heeft daar niets mee te maken: het is ranzig en boertig, smerig en geniepig. Het wordt niet gedreven door fierheid over of zorg voor het eigene, maar door een op niets gebaseerde, domme giftigheid ten aanzien van wat ‘niet van hier is’ en daarom als vreemd wordt aangevoeld. Het spuwt en snauwt, het boert en mekkert over vroeger en nu, wij en zij. Het kraamt onzin uit en om zich een air aan te meten leunt het aan bij een zelfverklaarde leider die met zijn rataplan van nationalisme en socialisme niets bereikt heeft tenzij de uitroeiing van miljoenen en de verwoesting van het eigen land.
Dag Dirk,
Ik deel je analyse, ook in die bewoordingen, maar mijn reactie is er niet een van woede maar van ‘Wegsehen sei deine einzige Verneinung’. (Fröhl. Wiss., Af. 276), tenminste dat probeer ik. Ik onthoud het meest hoopgevende feit van de verkiezingsdag: de verkiezing van Mo tot burgemeester van Leuven.
Henri