Waarom zou je een boek twee keer lezen? Hieronder het antwoord van Gloed.
‘Het kasteel sloot alles in zich op, als een grote, rijkelijk bewerkte stenen grafkelder… Het sloot ook de stilte op, en de herinneringen die in de geheime holten van de kamers sluimerden, zoals paddenstoelen, vocht, vleermuizen, ratten en kevers in de vochtige kruipruimten van zeer oude huizen. Op de deurkrukken kon men de trilling van een hand voelen, de opwinding van een lang vervlogen ogenblik, toen de hand aarzelde om deze deur te openen. Ieder huis waar mensen door de volle kracht van passie zijn beroerd, vult zich met deze vage inhoud.’
‘Op een dag moeten we degene verliezen van wie we houden. Wie dat niet verdraagt, moet maar bezwijken, want hij is geen heel mens.’
‘Details zijn soms belangrijk. Ze houden het geheel bij elkaar, ze zijn een soort kleefstof voor het materiaal van de herinneringen.’
‘Wat is een vriendschap waard waarbij we alleen van de deugden, de trouw en de standvastigheid van de ander houden?’
‘We moeten erin berusten dat we zus of zo zijn, en wanneer we dat doen, moeten we weten dat we daarvoor van het leven geen compliment krijgen. We moeten ons karakter, onze geaardheid verdragen, met onze fouten, ons egoïsme en onze hebzucht, waaraan ervaring noch inzicht iets kunnen veranderen. We moeten verdragen dat degenen van wie we houden niet van ons houden of niet op de manier die we hopen. We moeten voortreffelijkheid in karakter of verstandelijke vermogens van een ander mens verdragen.’
‘Ik besef niet dat iemand die zo krampachtig alles aan de ander wil vertellen, misschien juist met die onvoorwaardelijke eerlijkheid over alles spreekt om niet te hoeven spreken over iets wat belangrijk en essentieel is.’
‘Want de dingen overkomen ons niet alleen maar. De mens doet het ook zelf, wat hem overkomt.’
De letterlijke vertaling van de Hongaarse titel is: De kaarsen branden.
(Sandor Marai, Gloed. Wereldbibliotheek, 2000, 156p.)