We schrijven: Port Bou, 26 september 1940. Op de vlucht voor de naziterreur, die West-Europa overspoelt en verwoest, krijgt Walter Benjamin niet de toelating om Frankrijk te verlaten, omdat hij volgens de Spaanse grenspolitie niet over het juiste doorreisvisum beschikt. Die nacht voltrekt hij wat hij al een tijd zinnens is: hij pleegt zelfmoord. Onder zijn ongepubliceerde manuscripten bevindt zich een notitie die nu bekend staat als de negende these over de geschiedenis. Ze gaat als volgt:
De engel van de geschiedenis houdt zijn gelaat naar het verleden gewend. Waar voor ons een keten van gebeurtenissen verschijnt, daar ziet hij één grote catastrofe, die onophoudelijk puin op puin stapelt en het hem voor de voeten slingert. Hij zou graag rust houden, de doden opwekken en de brokken samenvoegen. Maar er waait een storm uit het paradijs die in zijn vleugels blijft hangen en zo sterk is dat de engel ze niet meer kan sluiten. Deze storm drijft hem onstuitbaar naar de toekomst, die hij de rug toekeert, terwijl de puinhoop voor hem hemelhoog oprijst. Wat wij de vooruitgang noemen, is deze storm.
Welk beeld drukt accurater de toestand van onze radeloze wereld uit, in deze tijd van verwoestijning en klimaatverandering, bosbranden en watersnood, cijfermatige verblinding en vulgaire verdwazing, religieuze barbarij en technologische megalomanie, militair fanatisme en politiek geknoei?