Hij was de sterkste man die ik ooit aan het werk gezien heb, toen hij een gietijzeren kachel de trap opdroeg, één hoog, ondertussen lichtjes uitdagend, een van zijn geliefde poses, de smartlap van Louis Neefs zingend, ‘Ach Margrietje, de rozen zullen bloeien’. Hij had een stem als een klok, de vergelijking leek voor hem gemaakt, hij kon bulderen als geen ander, met meer decibel dan de schreeuw ‘Vlaanderen de leeuw’ van Jan Decleir in de film. Hij was een verbale tovenaar, onophoudelijk babbelend over de koers en het onderwijs en zijn moestuin en de kerk en alles wat in de vrolijke achtbaan van zijn hoofd opkwam, razend van de ene woordspeling naar de andere – een waterval van de talen die hij machtig was, het AN dat hij feilloos sprak, het Izegems, het Engels, het Duits… Hij was een gelovige die het christendom niet wou opgeven, maar op zoek ging, altijd opnieuw, naar het woord dat in den beginne was.
Een jaar geleden sloeg het noodlot snoeihard toe. Een zware hersenberoerte. Dagenlang lag hij tussen leven en dood, wekenlang wist hij niet dat hij leefde. Maar zijn vrouw, zijn kinderen en kleinkinderen wekten in hem het bewustzijn en brachten hem terug onder de mensen, tussen de woorden en de herinneringen en de gedachten.
Nu spreekt hij trager, hij neemt opnieuw deel aan gesprekken. Zijn kwinkslagen zinderen opnieuw door de kamer. Bij het afscheid vanmiddag zegt hij: ‘Ik zal niet meer de oude worden, maar ik word beter’. In onze blik glimt het aandenken aan een jarenlange vriendschap.
Beste Dirk,
Mooi, zei Magna toen ik vanochtend jouw blog had voorgelezen. Ik kan dat alleen maar beamen. Schoonheid in de taal, alsmede in het verhaal.
Verhalen roepen onvermijdelijk bij iedereen weer andere beelden op. Bij mij kwam onwillekeurig de geschiedenis van Hein Donner bovendrijven. Ook hij was een boom van een kerel, die plotseling werd getroffen door een hersenbloeding. Hoewel vanaf dat moment zwaar invalide, schreef hij (nu ja, typte hij met één vinger) toch wekelijks schitterende pareltjes die gepubliceerd werden in NRC Handelsblad. Heel fraai blijf ik de titel vinden waaronder die columns later in boekvorm verschenen: “Na mijn dood geschreven”.
Vriendschap is voor mij zo waardevol dat “jarenlange vriendschap” welhaast klinkt als een pleonasme. En toch, in tijden waarin het begrip vriendschap – vooral door die vermaledijde ‘social media’ – aardig gedevalueerd is, blijft het zaak (omgang met) echte vrienden te koesteren.
Hartelijke groet,
Jan en Magna