Tweeënnegentig is Remco Campert geworden, bijna drieënnegentig. In zijn laatste gedichten liep hij vooruit op zijn eigen dood. Het mooiste ‘in memoriam’ heeft hij dan ook zelf geschreven.
Wat zal ik zien
mijn laatste ogenblik op aarde?
Het gezicht van mijn geliefde?
Wat zal ik horen?
De fluistering van haar stem?
De laatste tik van de monitor?
Wat zal ik horen en zien?
De lippen van de verpleegster?
Het kuchje van de dokter?
Horen en zien zullen me vergaan
als de rukwind van de dood
me van mijn adem berooft.
En mijn woorden?
De wind zal ze meevoeren
en over de aarde verspreiden.
Remco Campert, Verloop van jaren. De Bezige Bij, 2015, p. 46.