Defenseless under the night
Our world in stupor lies;
Yet, dotted everywhere,
Ironic points of light
Flash out wherever the Just
Exchange their messages:
May I, composed like them
Of Eros and of dust,
Beleaguered by the same
Negation and despair,
Show an affirming flame.
Weerloos onder de nacht
Ligt onze wereld uitgeteld;
Maar overal verstrooid
Flitst er ironisch licht
Waar de Rechtvaardigen
Boodschappen uitwisselen:
Moge ik, zoals zij gemaakt
Van Eros en van stof,
Belegerd door dezelfde
Ontkenning en wanhoop,
Met een vurig ja komen.
Uit: W.H. Auden, ‘1 september 1939’.