Een bezoek aan de Triënnale in Kortrijk laat mij nog maar eens ervaren wat kunst vermag.
In een van de Broeltorens toont Erkan Özgen een korte film, waarin een doofstomme jongen, gezeten op een tapijt, vertelt over de gruwel van de oorlog in Syrië. Zijn uiterst expressieve gezicht, zijn verschrikte ogen en zijn ondubbelzinnige gebaren hebben geen woorden nodig om de onmenselijke wreedheid uit te beelden.
In de Karmelietessenkapel ligt een werk van Motoi Yamamoto, dat op een enorme doek in kant lijkt, maar in feite uit schitterend wit zout bestaat. Zinspelend op de oeroude gewoonte om voedsel in zout te bewaren, bouwt de kunstenaar een stil monument dat eens te meer zonder woorden gedenkt.
Oorverdovend is de klacht om het barbaarse geweld, recht door zee gaat het treuren om de geliefde.