Jaren nadat ik de blokken definitief op zolder had opgeborgen, kwam ik te weten dat Lego niet alleen een Deens product is, maar dat ook het woord uit de Deense taal stamt: ‘leg’ is het Deens voor ‘spelen’, ‘speelgoed’ is in het Deens ‘legetøj’. In mijn ontembaar enthousiasme voor de klassieke Oudheid dacht ik dat het woord ’lego’ een Griekse oorsprong had: ’lego’ betekent in het Grieks ’ik verzamel’. En verzamelen deed ik, witte en rode blokjes, honderden, witte voor de muren en rode voor de daken, tweetjes en viertjes en zesjes en achtjes en ook enkele langere met wel twintig noppen. Mijn vader maakte een gereedschapskist waarin ik ze ordelijk en systematisch kon bewaren: de witte viertjes bij elkaar en de rode achtjes, enzovoort. Die kist was mijn legodoos, mijn verzameldoos waarin ik mijn gedurfde plannen, stoute dromen en gefantaseerde projecten bewaarde. Alleen mijn buurjongen kende ze: een piramide met een geheime gang en geheime grafkamer, een vikingsnek of het Gravensteen. Niets van die bouwwoede werd ooit voltooid, maar de droom hield stand… en is nu werkelijkheid geworden in de uit een kwart miljoen blokjes bestaande Lego-constructie van de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal van Antwerpen. Lækker!