Vlak voor de Tweede Wereldoorlog stuurde Bertolt Brecht de volgende bedenking de wereld in: ‘Wat zijn dat voor tijden waarin een gesprek over bomen bijna een misdrijf is omdat het een zwijgen over zoveel wandaden inhoudt?’ Hij zinspeelde op de verkrachting van de Duitse taal door het nationaalsocialisme. Een beukenbos was niet langer een onschuldig onderwerp, want in dat woord lag Buchenwald verscholen, het concentratiekamp vlakbij Weimar, de stad van Schiller en Goethe. In de brandhaard van Buchenwald werden niet alleen tienduizenden mensen omgebracht, maar werden ook de Duitse taal en dichtkunst in het hart getroffen.
Het aantal niet te voeren gesprekken is intussen enkel toegenomen. Wat zijn dat voor tijden waarin een gesprek over bomen, het weer en de lucht, over de Middellandse Zee, over voetbal… bijna een misdrijf is omdat het zoveel wandaden verzwijgt? Wat zijn dat voor tijden?