De milde zon van de nazomer schuift grenzen tussen het groen. Het licht neemt af, maar kleurt de bomen met het palet van een fauvist: de linde geel, de esdoorn rood, de wilde wingerd paars, de eiken ros. Straks laten de blaren los, tuimelen het lange gras in en dansen, onder regie van de wind, hun laatste pirouettes. De bloemen doven: broze herfstrozen verliezen hun kroon, bleke chrysanten waken bij het graf. Nog één keer ruikt de aarde en ademt de moede geur van humus en nat hout. Dan wordt alles stil. Alleen de kreet van de kraaien blijft. Zij strijken als zwarte banieren over het verlaten veld.
Mooie tekst.
Wat me altijd heeft geboeid is dat tijdens de ‘stille’ wintertijd ondergronds enorm veel wordt opgebouwd om in de lente te ontploffen.
Ze zeggen van de winter dat het de de herfst afmaakt.
Boeiend, voor mij althans, is ook dat de winter de lente ‘voormaakt’.
Heel erg mooi Dirk, je voelt en ruikt het gewoon! heel tastbaar.