Meestal wordt de tijd voorgesteld als een enkelvoudige, continue lijn, maar het Nederlandse woord ‘tijdsgewricht’ geeft iets anders te kennen. In een gewricht komen twee beenderen samen, en wel zo dat die beenderen ten opzichte van elkaar kunnen draaien. Het woord ‘tijdsgewricht’ suggereert dus dat de tijd niet bestaat als een opeenvolging van identieke deeltjes, maar als de verbinding van verschillende stukken – een verbinding die de stukken niet aan elkaar last, maar ze de vrijheid geeft om ten opzichte van elkaar te bewegen.
Een gewricht moet een soepele verbinding tot stand brengen. Te stroef en het loopt vast, te los en het valt uiteen. In Hamlet van William Shakespeare staat de fameuze uitspraak: ‘The time is out of joint’. De tijd is uit zijn voegen, de tijd heeft zich verstuikt, de tijd is ontwricht. En Hamlet vervloekt zijn lot, omdat hij zich verplicht voelt de ziekte van de tijd te genezen, de breuk te herstellen en wat uit zijn voegen is, te helen.
We zijn vertrouwd met die andere ervaring uit Hamlet: ‘Something is rotten in the state’. Maar wie staat recht en gaat de uitdaging aan? Wie zal onze ontwrichte tijd spalken?
Dank je Dirk voor deze pertinente gids van taal naar handeling.
Maar overkomt jou niet ook soms het gevoel dat de tijd vast zit, dat het gewricht geblokkeerd is, misschien te hard gespalkt is?
In politiek België lijkt in ieder geval geen beweging meer te krijgen. We zien iedere dag hetzelfde gebeuren: er gebeurt namelijk niets. Alles ligt precies in elkaars verlengde…