WIJSBEGEERTE

In Saint Etienne des Sorts, een dorp aan de Rhône, iets ten noorden van Avignon, staat een klein, maar stemmig conferentiecentrum. Jaarlijks komen daar in de zomermaanden Nederlanders en Vlamingen samen om na te denken en te discussiëren, om van gedachten te wisselen en aan elkaar gehoor te schenken, om te luisteren naar elkaars verhalen en overtuigingen, dromen en tegenslagen, aspiraties en herinneringen. De seminaries zijn aan een filosofisch vraagstuk gewijd, en verder brengen de deelnemers de dag samen door, vanaf het ontbijt tot de avondborrel, pratend en lezend en wandelend. Uitstapjes worden georganiseerd, naar Avignon of naar Orange of naar de vallei van de Ardèche en de Cèze. Het woord gedijt, de stilte krijgt een kans, muziek en dans sluiten af. En zo ontstaan geleidelijk en haast onmerkbaar hechte relaties van vertrouwen, vriendschapsbanden tussen mensen die de week voordien nog vreemden waren.

Filosofie is geen academische discipline, geen universitair vak, maar de adem van het leven. Misschien bedoelde Socrates niets anders, toen hij zei dat een niet gereflecteerd leven niet waard is om te worden geleefd. Het centrum is genoemd naar Desiderius Erasmus, de filosoof uit Rotterdam, die een en ander wist van ’s werelds dwaasheid en zowel zijn voornaam als zijn familienaam verpandde aan het verlangen: desir en eros. Met zijn naam bracht hij een eresaluut aan het mooie Nederlandse woord wijsbegeerte.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.